Vereisten geslaagd beroep op de klachtplicht in het arbeidsrecht

In artikel 6:89 BW is bepaald dat een schuldeiser geen beroep meer kan doen op een ‘gebrek in een prestatie’ als hij niet binnen ‘bekwame tijd’ nadat hij het gebrek heeft ontdekt of had moeten ontdekken, geprotesteerd heeft.

Sinds de uitspraak van het Hof Amsterdam van 5 april 2022, is een beroep op de klachtplicht ‘hot’ in het arbeidsrecht. Het Hof oordeelde destijds dat een werknemer geen aanspraak meer kon maken op overuren, omdat zij via de verkregen loonstroken haar loon had kunnen controleren en tijdig had kunnen klagen. Nu zij dat niet (tijdig) had gedaan, slaagde haar loonvordering op grond van de klachtplicht niet, mede omdat de werkgever nadeel had ondervonden door de late vordering.

De vereisten voor een geslaagd beroep op de klachtplicht zijn:

  1. Er moet een gebrek in de prestatie zijn;
  2. De werknemer had dit gebrek kunnen of moeten constateren;
  3. De werkgever moet nadeel hebben geleden door het late protest.

Helaas kunnen niet alle (loon)vorderingen met een beroep op het schenden van de klachtplicht worden afgedaan. Er wordt in de rechtspraak steeds meer paal en perk gesteld aan dit verweer.

Uit een aantal recent gewezen uitspraken, waaronder die van de Hoge Raad van 8 maart 2024, kunnen we alvast het volgende concluderen:

  • Geleden nadeel goed onderbouwen: Het door werkgever geleden nadeel moet, voor een geslaagd beroep op het schenden van de klachtplicht, goed worden onderbouwd. Dat de loonvordering is opgelopen door het late klagen, is onvoldoende om te oordelen dat sprake is van door werkgever geleden nadeel. Werkgevers kunnen immers ook zelf de correcte hoogte van het loon vaststellen (Rechtbank Overijssel, 20 juni 2023).
  • Wijziging pensioenregeling valt onder de klachtplicht: Het zonder instemming beëindigen van een eindloonregeling en vervangen door een andere niet vergelijkbare pensioenregeling, is aan te merken als een gebrekkige prestatie. Als werknemer voldoende duidelijk is geïnformeerd en werkgever schade lijdt door de late klacht, vervalt het recht op een schadevergoeding (Rechtbank Rotterdam, 3 november 2023).
  • Functie-indeling valt niet onder de klachtplicht: Een functie-indeling is geen ‘prestatie’, zoals bedoeld in het wetsartikel en valt niet onder de klachtplicht. Klaagt werknemer pas jaren na de nieuwe functie-indeling dat zij een hoger loon had moeten hebben, omdat haar functie niet juist is ingedeeld, dan mag zij die vordering instellen (Rechtbank Rotterdam, 20 januari 2023).
  • Niet nagekomen urenuitbreiding valt niet onder de klachtplicht: Een loonvordering op grond van een twee jaar daarvoor afgesproken, maar niet nagekomen, urenuitbreiding, kan evenmin verworpen worden met een beroep op de klachtplicht. Volgens de rechter is geen sprake van een gebrek in een prestatie, maar het uitblijven (geheel of gedeeltelijk) van een prestatie (Rechtbank Rotterdam 1 maart 2024).
  • Schending van een concurrentiebeding valt niet onder de klachtplicht: De plicht van de (voormalig) werknemer uit hoofde van het concurrentiebeding was om bepaald handelen na te laten. Bij schending van een dergelijk beding is geen sprake van gebrekkig presteren, maar van niet presteren. De klachtplicht is dus niet van toepassing. Onder omstandigheden kan het laten verstrijken van tijd tussen ontdekking van de overtreding en het daarop aanspreken van de (voormalige) werknemer, grond opleveren voor matiging van de verbeurde boetes. Het is dus raadzaam een goede strategische insteek te kiezen (Hoge Raad, 8 maart 2024).

Heeft u te maken met een vordering van een werknemer? Toets dan goed of u zich kunt verweren met een beroep op de klachtplicht. Voor alle vorderingen geldt overigens dat zij worden beperkt door de verjaringstermijnen.

Vragen over de klachtplicht of andere arbeidsrechtelijke kwesties? Bel of mail gerust. Wij denken graag met u mee!

Lees ook mijn voorgaande blogs, waaronder:

Ariënne Inden

Partner | Advocaat | MfN-registermediator | Team Arbeid


T +31 (0)6 1215 7059 a.inden@mend.nl