De ‘Volkskrant uitspraak’

In eerdere blogs hebben we al de ‘Deliveroo uitspraak’ besproken en zijn de bijbehorende gezichtspunten in de praktijk behandeld. Op 6 februari 2024 heeft de rechtbank Amsterdam deze gezichtspunten toegepast in de ‘Volkskrant uitspraak’. Hoe werken deze gezichtspunten in de praktijk en hoe is het gesteld met de plannen van de wetgever t.a.v. de zzp’ers?

Feiten 

Op 14 maart 2011 hebben een corrector en een opdrachtgever (een krantenuitgeverij) een freelance-overeenkomst gesloten voor correctiewerk. De corrector ontving €23,93 per uur en factureerde de opdrachtgever voor de werkzaamheden. Bij afwezigheid vervingen andere correctoren de freelancer, waarvan de coördinatie bij de corrector lag. Werkmaterialen werden verstrekt via een bruikleenovereenkomst. De opdrachtgever heeft de overeenkomst per 1 september 2023 opgezegd om bedrijfsorganisatorische redenen. De vraag hier is of sprake is van een arbeidsovereenkomst.

Oordeel

De rechter oordeelt dat sprake is van een arbeidsovereenkomst. Hierbij heeft de rechter meegewogen dat:

  • De corrector sinds 2011 gemiddeld drie dagen per week voor de uitgeverij werkte, waarbij de werkgever in grote mate de werkuitvoering bepaalde, vooral vanwege krantendeadlines.
  • De corrector zich moest houden aan spelling- en stijlafspraken van de uitgeverij.
  • De corrector was ingebed in de organisatie. Hij had een centrale rol op de eindredactie en draaide mee als ware hij daar in dienst.
  • De corrector vrijheid had in zijn werk, maar er een impliciete verplichting was om te werken, gezien de frequente verschijning van de krant.
  • De betaling gingen via maandelijkse facturen (opgesteld door de uitgeverij).
  • Substantiële onderhandeling ontbraken bij de totstandkoming van de overeenkomst.
  • De corrector zich niet als een ondernemer gedroeg; er was bij aanvang of tussentijds niet wezenlijk onderhandeld over de inhoud van de overeenkomst, de uitgeverij maakte de facturen op en de corrector droeg geen btw af. Daarnaast en doorslaggevend was dat het merendeel van zijn inkomsten afkomstig was van de werkgever. Hoewel de corrector een website had, werd deze nauwelijks up-to-date gehouden en waren er vrijwel geen (andere) commerciële activiteiten.
  • De geringe hoogte van het uurloon.
  • De corrector zich bij afwezigheid wel liet vervangen, maar vervanging diende uit de pool van vier correctoren te komen, hetgeen de facto een verplichting inhield om het werk persoonlijk te verrichten.

Ondanks de contractuele benaming was er dus sprake van een arbeidsovereenkomst en was de opzegging in strijd met de wet gegeven.

Update verduidelijking arbeidsrelaties en rechtsvermoeden

Heeft de wetgever al stappen ondernomen om algemene regels of uitgangspunten vast te stellen voor het beoordelen van arbeidsovereenkomsten? Ja, de wetgever heeft al een start gemaakt met het concept wetsvoorstel Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden.

Beoogde veranderingen

Het concept wetsvoorstel heeft tot doel het ‘in dienst van’ criterium te verduidelijken, zodat partijen sneller weten of sprake is van een zzp’er of werknemer.  Van arbeid verrichten ‘in dienst van een werkgever’ als bedoeld in artikel 7:610 lid 1 BW is volgens het beoogde nieuwe tweede lid (de ‘ABC-toets’) sprake indien:

  1. de arbeid wordt verricht onder werkinhoudelijke aansturing door de werkgever; of
  2. de arbeid of de werknemer organisatorisch zijn ingebed in de organisatie van de werkgever; en
  3. de werknemer de arbeid niet voor eigen rekening en risico verricht.

De nieuwe wet verduidelijkt het onderlinge verband van de ‘ABC-toets’ en maakt het mogelijk begrippen en wegingsfactoren aan te scherpen via Algemene Maatregelen van Bestuur. Volgens de memorie van toelichting moet ondernemerschap doorgaans worden meegenomen bij het beoordelen van de rechtsverhouding en kan het in bepaalde gevallen buiten de directe rechtsbetrekking van belang zijn.

Naast het verhelderen van het begrip ‘in dienst van’, wordt ook een nieuw rechtsvermoeden geïntroduceerd op basis van een tarief. Er wordt vermoed dat er een arbeidsovereenkomst is als de beloning lager is dan €32,24 per uur (per 1 juli 2023). Het is dan aan de opdrachtgever om aan te tonen dat er géén arbeidsovereenkomst is.

Stand van zaken

Wat is de stand van zaken van het concept wetsvoorstel Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden? De internetconsultatie van het conceptwetsvoorstel is gesloten op 10 november 2023. Op dit moment zullen de ingekomen reacties dan ook worden bekeken en wordt eventueel het voorstel aangepast. Gelet op de ingekomen reacties is het niet ondenkbaar dat het conceptwetsvoorstel de nodige aanpassen moet ondergaan.

Wij stellen u graag op de hoogte als er ontwikkelingen zijn!

Vragen over de plannen van de wetgever t.a.v. zzp’ers of andere arbeidsrechtelijke kwesties? Bel of mail gerust. Wij denken graag met u mee!