Belastingdienst trekt modelovereenkomst in

Het is al een aantal maanden geleden dat de Hoge Raad uitspraak deed in de zaak Deliveroo. Inmiddels zijn er al veel publicaties verschenen over deze uitspraak en de gevolgen daarvan. Ik verwijs bijvoorbeeld naar de bijdrage van mijn collega Nadine van der Valk: “De Hoge Raad heeft gesproken: werknemers of zelfstandigen?”.  Maar niet alleen de juridische praktijk houdt zich bezig met de kwestie. Ook de Belastingdienst heeft recentelijk een bericht naar buiten gebracht naar aanleiding van het Deliveroo-arrest.

Besluit van de Belastingdienst

Op 14 augustus 2023 heeft de Belastingdienst een bericht gepubliceerd waarin is aangegeven dat de modelovereenkomsten, gebaseerd op vrije vervanging, vervallen per 1 januari 2024. De reden hiervoor is dat de Hoge Raad in het Deliveroo-arrest heeft geoordeeld dat er bij vrije vervanging sprake kan zijn van werken in dienstbetrekking.

Het Deliveroo-arrest

Nog even (heel) kort: wat speelde er ook al weer in de kwestie Deliveroo? Het ging in deze zaak over de vraag of de bezorgers van Deliveroo werkzaam waren als zelfstandigen in opdracht of in dienst van Deliveroo. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het afhangt van alle omstandigheden van het geval of er sprake is van een arbeidsovereenkomst. Eén van deze omstandigheden is de vraag of het werk persoonlijk moet worden uitgevoerd of dat vervanging mogelijk is.

De Hoge Raad noemt hierbij dat de vrijheid (van in dit geval de bezorgers) om zich te laten vervangen, op zichzelf niet onverenigbaar is met een arbeidsovereenkomst. Het element van vrije vervanging is dus op zichzelf onvoldoende om een arbeidsovereenkomst uit te sluiten.

Reden van het besluit

Dit is dan ook de reden dat de Belastingdienst de modelovereenkomsten op basis van vrije vervanging heeft ingetrokken. Dit is aan de ene kant goed te begrijpen. Omdat: de Hoge Raad dit criterium op zichzelf niet (in alle gevallen) voldoende acht om een arbeidsovereenkomst uit te sluiten kan de belastingdienst deze zekerheid ook niet bieden. Aan de andere kant is het vreemd: het model (en andere modellen) geeft/geven nu ook geen 100% zekerheid dat een arbeidsovereenkomst is uitgesloten. Juist omdat dit afhankelijk is van vele omstandigheden kan het zo zijn dat, ondanks het gebruik van een goedgekeurd model, een civiele rechter zal oordelen dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst.

De civiele toets en de fiscale toets of er sprake is van een arbeidsovereenkomst lopen dus niet geheel gelijk. Als voorbeeld: een civiele rechter kan in een specifiek geval nog altijd oordelen dat er géén sprake is van een arbeidsovereenkomst juist omdat de mogelijkheid tot vrije vervanging bestaat. Het feit dat de Belastingdienst de modelovereenkomst vrije vervanging heeft ingetrokken maakt dit niet anders.

Ondanks het feit dat de modelovereenkomst op basis van vrije vervanging dus in sommige gevallen nog altijd geen arbeidsovereenkomst zal zijn, heeft de Belastingdienst het zekere voor het onzekere genomen en het model ingetrokken. Strikt noodzakelijk was dit naar mijn mening niet, aangezien de modellen zoals gezegd nu ook geen volledige zekerheid bieden. In die zin is er met de uitspraak van de Hoge Raad niet zoveel veranderd ten opzichte van de praktijk daarvoor.

Gevolgen voor de praktijk

In de praktijk hebben we nu eenmaal te maken met het besluit van de Belastingdienst. Dit betekent dat de modelovereenkomst die is gebaseerd op vrije vervanging per 1 januari 2024 niet meer bruikbaar is. Controleer daarom, als u met zelfstandigen werkt of zelf zelfstandige bent, of u dit model hanteert. Als dit het geval is, zult u voor 1 januari 2024 de overeenkomst moeten wijzigen.

Vragen over deze modelovereenkomsten of over de wijzingen per 1 januari 2024? Bel of mail gerust. Wij denken graag met u mee!

Lees ook mijn voorgaande blogs, zoals bijvoorbeeld;