In het kader van het arbeidsmarktpakket van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is een nieuw wetsvoorstel aangekondigd. De internetconsultatie van het wetsvoorstel ‘Wijziging re-integratieverplichtingen in het tweede ziektejaar van werknemers van kleine en middelgrote werkgevers’ is net gesloten. Dit betekent dat iedereen commentaar op het wetsvoorstel kon geven en dit nu wordt bekeken. Het is dus nog niet duidelijk wanneer de wet wordt ingevoerd en of het wetsvoorstel op deze wijze wordt ingevoerd. Het doel van het wetsvoorstel is om kleine (loonsom tot en met 25 keer het gemiddelde premieloon per werknemer) en middelgrote (loonsom tot en met 100 keer het gemiddelde premieloon per werknemer) werkgevers meer wendbaar te maken door eerder duidelijkheid te geven tot welk moment zij de eigen functie van de zieke werknemer beschikbaar moeten houden.
Huidige wetgeving
De huidige wetgeving rondom de re-integratieverplichtingen brengt met zich mee dat de re-integratie erop gericht is een zieke werknemer gedurende 104 weken te re-integreren bij de eigen werkgever in eigen (aangepast) werk en/of ander passend werk. Dit is de re-integratie in spoor 1. Daarnaast is de werkgever verplicht zijn werknemer bij een andere werkgever in passend werk te laten re-integreren, re-integratie in spoor 2. Het eerste en tweede spoortraject lopen veelal parallel naast elkaar. De werkgever moet uiterlijk in de 52e week van de arbeidsongeschiktheid van werknemer spoor 2 hebben opgestart (op een aantal uitzonderingen na).
Wat kan er veranderen?
In het concept wetsvoorstel is opgenomen dat kleine en middelgrote werkgevers de mogelijkheid krijgen om zich vanaf de start van het tweede ziektejaar zich alleen te richten op re-integratie in spoor 2, indien aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Dit brengt voor de werkgever meer duidelijkheid, omdat na één jaar duidelijk is of de plek van de zieke werknemer voor hem beschikbaar gehouden moet worden. In geval van afsluiting van de spoor 1 re-integratie hoeft de werkgever namelijk de functie van de werknemer niet meer beschikbaar te houden, ook niet na volledig herstel. De loondoorbetalings- en re-integratieverplichtingen voor de werkgever blijven voor 104 weken gelden, maar zijn dus gericht op werkhervatting bij een andere werkgever.
Wat zijn de voorwaarden om de re-integratie spoor 1 af te sluiten? Het uitgangspunt is dat werkgever en werknemer overeenstemming bereiken over het afsluiten van spoor 1. De werknemer kan uiterlijk in de 52e ziekteweek schriftelijk instemmen. Indien partijen er onderling niet uitkomen en de werkgever wil alsnog spoor 1 afsluiten, dan moet de werkgever daarvoor op tijd – uiterlijk in de 42e ziekteweek – toestemming vragen aan het UWV. Het UWV toetst de volgende drie aspecten, voordat een beslissing wordt genomen:
- is de werknemer arbeidsongeschikt op het moment van afsluiting van spoor 1?
- zijn de re-integratie-inspanningen van de werkgever en de werknemer in het eerste jaar voldoende geweest?
- is de werknemer binnen 13 weken niet in staat zijn eigen werk (of in aangepaste vorm) te verrichten?
Indien het UWV geen toestemming geeft aan de werkgever, dan kan de werkgever de kantonrechter verzoeken om vervangende toestemming. Indien het UWV wel toestemming verleent en de werknemer is het hier niet mee eens, dan kan ook de werknemer een procedure starten bij de kantonrechter om de werkgever te veroordelen spoor 1 weer op te pakken.
Als spoor 1 is afgesloten en de werknemer herstelt alsnog volledig in het tweede ziektejaar, dan heeft de werknemer alleen recht op terugkeer als diens arbeidsplaats nog niet is ingevuld door een werknemer die in dienst is bij de werkgever op basis van een arbeidsovereenkomst voor (on)bepaalde tijd.
Nieuwe ontslaggrond
In het concept- wetsvoorstel is ook een nieuwe ontslaggrond (de ‘j-grond’) gecreëerd voor situaties waarin spoor 1 is afgesloten. Het opzegverbod dat geldt bij een afgesloten spoor 1 re-integratie, eindigt twee jaar na de eerste ziektedag van de werknemer, ongeacht of de werknemer nog ziek is of volledig hersteld is. De werkgever heeft dan de mogelijkheid om UWV om toestemming te vragen om de arbeidsovereenkomst op te zeggen.
Het UWV toetst bij een beroep op de nieuwe ontslaggrond of aannemelijk is dat de werkgever van de werknemer voor wie spoor 1 is afgesloten, naar verwachting binnen 13 weken geen arbeidsplaats beschikbaar heeft in het eigen werk of in aangepast werk. Het UWV toetst bij de beoordeling van de ontslagaanvraag naast de redelijke grond voor ontslag ook of aannemelijk is dat herplaatsingsmogelijkheden ontbreken. De herplaatsingsplicht geldt enkel voor middelgrote werkgevers.
De komende tijden zullen we in spanning af moeten wachten. Gezien de recente verkiezingen is het de vraag of en wanneer het nieuwe wetsvoorstel in werking treedt en op welke wijze. Uiteraard houden wij u op de hoogte van de verdere ontwikkelingen!
Vragen over het wetsvoorstel, re-integratieverplichtingen of over andere arbeidsrechtelijke kwesties? Bel of mail gerust. Wij denken graag met u mee!
Lees ook mijn voorgaande blogs, waaronder:
Welke arbeidsvoorwaarden gelden voor uitzendkrachten?
Hoe ver reikt de herplaatsingsplicht voor een werkgever?