Porthos: stikstofuitstoot en de bouwvrijstelling

Vanuit Rotterdam ken ik nog de gevleugelde uitspraak dat het vaak beter is om eerst een stap achteruit te zetten, om er vervolgens twee vooruit te doen om het gewenste doel te bereiken.
Helaas gaat dat in Nederland niet op met als dieptepunt de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State in de Porthos-zaak.

Of beter gezegd: het dieptepunt was bereikt door de wet die de Nederlandse overheid had vastgesteld om te voldoen aan het Europese natuurbeschermingsrecht.

Of nog beter gezegd: het dieptepunt was al in het verleden bereikt, omdat de Nederlandse overheid zich op het gebied van het klimaat nooit als beste jongetje van de klas had gedragen.

Maar het gaat nu niet om het verleden, maar om het heden en de toekomst, en ik ga het niet hebben over politiek of over de gemaakte politieke keuzes. We staan in Nederland voor gigantische keuzes en dilemma’s, waarvan de bescherming van het klimaat, de stikstofcrisis in het algemeen en de woningnood er slechts enkele zijn, die relevant zijn voor deze blog.

De bouwvrijstelling

De bouwvrijstelling is in het leven geroepen in de Wet natuurbescherming van 2021 en was bedoeld om de woningbouwprojecten weer doorgang te laten vinden. Normaal gesproken was -kort gezegd- een voortoets en zo nodig een “passende beoordeling” noodzakelijk om het wetenschappelijke bewijs te hebben, dat een bouwproject in zijn geheel geen significante gevolgen heeft voor zogenaamde Natura 2000-gebieden. Op basis van bijvoorbeeld zo’n Aerius-berekening kon dan de stikstofvergunning worden verleend (als die nodig was op grond van de voortoest).

Doel van de bouwvrijstelling was dus om de bouw vrij te stellen van die noodzakelijke stikstofvergunningen met de bijbehorende passende beoordeling en Aerius-berekeningen, omdat volgens de overheid de stikstofuitstoot in de bouwfase eenmalig was en vaak van tijdelijke aard, met mogelijk geen of weinig permanente natuurschade. Bekend was bij de overheid dat de stikstofuitstoot van de bouwsector al klein was en door de steeds duurzamere bouw kleiner zou worden.

Zo’n Aerius-berekening is kostbaar, duurt lang om die te verkrijgen omdat maar héél weinig bedrijven in staat zijn om zo’n onderzoek uit te voeren, en als de bouw daarvan vrijgesteld zou worden dan zou dat een hoop administratieve rompslomp schelen, aldus de Overheid.

Met dat laatste was iedereen in de bouw het uiteraard volkomen eens voor wat betreft de bouwprojecten. De bouw is al aan het verduurzamen en de uitstoot is volgens deskundigen gering.
Door het transport van en naar bouwprojecten en het bouwen van duurzame woningen en gebouwen ontstaat er weliswaar iets van uitstoot (1 stap terug), maar het resultaat van duurzame gebouwen is minder uitstoot, duurzaam gebruik, minder energie etc., wat vanzelfsprekend voor de toekomst twee heel aanzienlijke stappen vooruit is.

Maar of de Overheid de juiste route heeft bewandeld om dat doel te bereiken? Nee, want de adviesafdeling van de Raad van State had al in september 2020 het advies gegeven aan de Overheid om de bouwvrijstelling te schrappen, omdat de onderbouwing daarvan niet deugdelijk was. De overheid verwees weliswaar als onderbouwing naar een heel pakket aan stikstofmaatregelen tot en met 2030, maar die maatregelen zijn nog niet verpakt in wetten. De bouwvrijstelling wel.

Het Porthos-project

In het kort komt dit project erop neer, dat CO2 in de Rotterdamse haven op grote schaal zou worden opgevangen en eerst zou worden opgeslagen en verwerkt in het Rotterdamse Havengebied, om na de verwerking opgeslagen te worden in lege gasbellen in de Noordzee.

Er zouden uiteraard bouwwerkzaamheden verricht moeten worden om dit mogelijk te maken (bv. aanleg buizen, aanleg verwerkingsstation in Havengebied, transport naar gasbel), wat een stapje terug zou zijn omdat er mogelijk nadelige gevolgen voor omliggende Natura 2000-gebieden zou ontstaan. Maar uiteindelijk zou het resultaat zijn dat op grote schaal CO2 uit het havengebied wordt opgevangen en verwerkt, waardoor de negatieve gevolgen voor de natuur zeer aanzienlijk zou afnemen, wat dus twee enorme stappen vooruit zou zijn (als het niet meer stappen zijn).

Maar ja, dat eerste stapje terug is wel in strijd met de Europese Habitatrichtlijn, omdat die verslechtering van Natura 2000-gebieden niet toestaat, tenzij die verslechtering op andere wijze wordt goedgemaakt. Daar zijn allerlei voorwaarden voor en uitzonderingen op, die ik hier achterwege laat.

De minister van EZK had aan de NV Nederlandse Gasunie een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen, oprichten en in werking hebben van een compressorstation met gebruikmaking van de bouwvrijstelling.

Natuurorganisatie MOB was het daar niet mee eens en gaf aan dat in de bouwfase van het Porthos-project stikstofdeposities zouden plaatsvinden in Natura 2000-gebieden die al overbelast zijn met stikstof. De toename van de stikstofdepositie zou significante gevolgen hebben voor de natuur en dus had in haar beleving eerst een passende beoordeling moeten worden gemaakt met een Aerius-berekening, om het bewijs te hebben dat het project geen aantasting van Natura 2000-gebieden tot gevolg zou hebben. Bovendien stelde MOB dat de bouwvrijstelling sowieso in strijd was met Europese Regelgeving.

Andere partijen

Inmiddels hebben ook vele andere partijen een beroep gedaan op de bouwvrijstelling en een vergunning verkregen voor hun bouwproject, niet alleen kleine, kortdurende projecten maar ook lange bouwprojecten. In veel gevallen is die vergunning inmiddels onherroepelijk en kan deze dus niet meer aangepast worden, in principe… Maar wat als de bouwvrijstelling ten onrechte door de Overheid in de wet zou zijn opgenomen?

Uitspraak van de Raad van State

Daar moest de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State in de Porthos-zaak onder meer een uitspraak over doen. Het is een lange uitspraak, die in de kern erop neerkomt dat de bouwvrijstelling niet voldoet aan het Europees natuurbeschermingsrecht en dat de bouwvrijstelling dus niet gebruikt mag worden bij bouwprojecten. Dat betekent dat per bouwprojecten (klein en groot) weer eerst onderzoek moet worden gedaan naar de mogelijke gevolgen van de uitstoot van stikstof. Overigens had de vergunninghouder voor de zitting nog een onderzoek in het geding gebracht, waaruit zou blijken dat er geen negatieve gevolgen zouden ontstaan voor natura 2000-gebieden. Daarop had MOB nog niet kunnen reageren, dus voor wat het Porthos-project is het nog géén einde oefening. Als dat onderzoek toereikend is, dan kan het project volgens Europese regelgeving toch doorgaan, want dan kan de vergunning mogelijk in stand blijven: weliswaar niet meer op basis van de bouwvrijstelling maar op basis van de passende beoordeling (al dan niet met compenserende maatregelen).

Wat nu?

De bouwvrijstelling is sowieso van tafel, dat staat vast en de Overheid zal zeer waarschijnlijk op korte termijn wel weer met een stappenplan komen hoe wordt omgegaan met deze uitspraak.

1. Want wat gaat er gebeuren met grote en kleine bouwprojecten, die al onherroepelijk vergund zijn met de bouwvrijstelling? Zijn die inderdaad onherroepelijk en onaantastbaar en kan de bouw voortgaan, of moet de Overheid toch gaan handhaven, omdat er negatieve gevolgen optreden voor de natuur? Of worden die partijen verzocht eerst alsnog een passende beoordeling te laten uitvoeren, vóórdat ze verder mogen met de bouw?
2. Wat gaat er gebeuren met lopende aanvragen of nog niet onherroepelijk vergunde projecten, die alle gebaseerd zijn op de bouwvrijstelling? Moeten die aanvragen aangepast worden met een passende beoordeling of worden de vergunningen ingetrokken?
3. Als er snel vele beoordelingen moeten plaatsvinden, hoe kunnen die onderzoeken snel en effectief worden afgerond? Gaat de overheid daar iets voor verzinnen?
4. Hoe gaan lagere overheden hiermee om? Er is woningnood, er moet veel gebeuren in de bouw en nu wordt alles mogelijk stilgelegd, althans daar heeft het alle schijn van. Lagere overheden zitten dus ook in een spagaat en welk belang laten zij prevaleren: woningbouw of het klimaat?
5. Worden lagere overheden straks wel of niet door de rechter gedwongen handhavend op te treden als MOB bijvoorbeeld elke bouwvrijstelling gaat aanvechten bij de lagere rechters? Deze vrijstelling is immers verleend in strijd met de wet.

De Raad van State stelt weliswaar dat er geen sprake is van een bouwstop, maar als partijen nu gedwongen worden eerst passende beoordelingen te laten opstellen, dan komt dat feitelijk gezien neer op een bouwstop: er zijn simpelweg te weinig handjes voor het opstellen van passende beoordelingen, waardoor het sowieso heel lang (te lang) duurt, voordat de beoordeling gereed is en door de overheid kan worden gebruikt bij de vergunningverlening.

Didam en Porthos

In eerdere blogs heb ik al veel geschreven over het Didam-arrest van de Hoge Raad en de verplichting voor Overheidsinstanties als zij zich gaan begeven op de private markt (verkoop, verhuur, erfpacht etc). Na het Didam-arrest was onduidelijk welke gevolgen die uitspraak van de Hoge Raad zou hebben voor de woningnood en verkoop of verhuur van grond en dat kwam en komt de handelingssnelheid van de overheidsinstanties niet ten goede.

Ook de Porthos-uitspraak van de hoogste bestuursrechter van Nederland biedt veel onduidelijkheid, zoals hiervoor beschreven.

Dus bel of mail me als je gebruik hebt gemaakt van de bouwvrijstelling en verder wilt gaan met jouw bouwproject, zodat we samen de mogelijkheden en risico’s in kaart kunnen brengen.

Eerst een kleine stap terug en dan twee reuze stappen vooruit, dat vergt een bepaalde strategie binnen alle juridische mogelijkheden en beperkingen, en brengt je eerder bij het gewenste resultaat. Ik help je daar graag bij.

Stan de Kanter

Salary Partner | Advocaat | Team Vastgoed


T +31 (0)6 2826 4783 s.dekanter@mend.nl