Gemeente Den Haag: omgevingsplan Binckhorst deels op de schop

In deze blog wordt ingegaan op een uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Raad van State) van 24 november 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:2649). Centraal in deze uitspraak staat het ‘‘Omgevingsplan Binckhorst’’ van de gemeente Den Haag. De Raad van State heeft namelijk bepaald dat dit omgevingsplan binnen een half jaar op enkele onderdelen aangepast moet worden. Maar wat houdt het omgevingsplan ook alweer in? En waarom is in dit geval de gemeenteraad verzocht het omgevingsplan aan te passen, gelet op de aan haar toekomende beleidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en voorschriften te geven die zij uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht?

Omgevingsplan

Met de komst van de Omgevingswet zal het een en ander veranderen. Iedere gemeente zal allereerst een omgevingsvisie opstellen, waarin wordt aangegeven hoe de gemeente haar leefgebied wilt ontwikkelen en beschermen. Vervolgens werkt de gemeente haar omgevingsvisie uit in haar omgevingsplan. Daarbij zal het omgevingsplan regels bevatten voor het gehele grondgebied van de gemeente en in ieder geval de regels die nodig zijn met het oog op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties. Deze regels kunnen dus onder andere worden gesteld voor activiteiten. Dit houdt in dat het omgevingsplan in de plaats treedt van de huidige geldende bestemmingsplannen en gemeentelijke verordeningen, die over de fysieke leefomgeving gaan.

Omgevingsplan Binckhorst

De gemeente Den Haag wilde het gebied Binckhorst, dat tegenwoordig vooral bekendstaat om zijn industrie, bedrijven en kantoren, stap voor stap transformeren naar een meer leefbaar gebied waarin zowel zou kunnen worden gewoond als gewerkt. In dat kader had de gemeente Den Haag besloten om alvast vooruit te lopen op de Omgevingswet en in plaats van een gedetailleerd plan, zoals een bestemmingsplan, een wat ruimer geformuleerde omgevingsplan op te stellen. Zo is in het omgevingsplan Binckhorst grotendeels als “transformatiegebied” aangewezen, waarbij de gemeenteraad ervoor heeft gekozen om geen aparte bedrijfsbestemmingen op te nemen. Daardoor zijn binnen het transformatiegebied uiteenlopende activiteiten mogelijk.

Het argument hierbij was dat door het openlaten van de keuzes voor het inrichten van de wijk, er meer ruimte ontstaat om beter en sneller in te spelen op initiatieven van bewoners en marktpartijen. Toch dachten enkele ondernemers uit Binckhorst daar anders over, hetgeen geleid heeft tot een beroepsprocedure bij de Raad van State.

De Raad van State

Op hoofdlijnen heeft de Raad van State geoordeeld dat deze manier van planologisch inrichten is toegestaan. In het plan is namelijk aangegeven dat de bestaande bedrijven in Binckhorst hun activiteiten, die zijn opgesomd in een tabel in het omgevingsplan, ongehinderd mogen voortzetten en uitbreiden. Enkel op het moment dat een bedrijf zou vertrekken, zou er ruimte ontstaan voor een nieuwe invulling van het gebied. Indien de gemeente zo een dergelijke nieuwe ontwikkeling in de buurt van een bestaand bedrijf wil toestaan, zouden daar de zogenoemde richtafstanden gelden, zoals bijvoorbeeld geluid, geur en gevaar. De Raad van State heeft geoordeeld dat de rechten van de bestaande bedrijven daarmee ook voor de toekomst voldoende zijn gewaarborgd.

Vervolgens heeft de Raad van State wel geoordeeld dat het omgevingsplan qua uitwerking op een aantal onderdelen in strijd is met de rechtszekerheid, namelijk als het gaat om de beschrijving van de toegestane bedrijfsactiviteiten. Zo zou niet duidelijk zijn aangegeven welke activiteiten nu precies zijn toegestaan. Volgens de Raad van State is de gemeenteraad gehouden deze onduidelijkheid en daarmee de rechtsonzekerheid voor deze bedrijven weg te nemen. Ook zouden verschillende regels in het omgevingsplan fouten bevatten die ook hersteld moesten worden.

Conclusie

Al met al is deze uitspraak erg interessant met het oog op de verwachte inwerkingtreding van de Omgevingswet. Hierin valt namelijk enigszins te zien hoe de Raad van State straks om zal gaan met de beoordeling van dergelijke omgevingsplannen. In ieder geval is duidelijk dat een uitwerking van omgevingsplannen geen rechtsonzekerheid mag opleveren.

Heeft u vragen over dit artikel of de Omgevingswet, dan wel vragen over het omgevingsrechtelijke domein in het algemeen? Neem dan contact op met Sarah el Yaacoubi.