Mediationovereenkomst
Door het ondertekenen van de mediationovereenkomst verplichten partijen zich om – kort gezegd – alles wat er tijdens de mediation is besproken en en aan informatie is gedeeld, vertrouwelijk te houden.
Deze informatie mag dus ook niet met een rechter worden gedeeld tijdens een procedure. Dit volgt ook uitdrukkelijk uit artikel 7.1 van het MfN-Mediationreglement.
Op grond van artikel 7.2 MfN-Mediationreglement valt informatie waarover een deelnemer onafhankelijk van de mediation al over beschikte of had kunnen beschikken, niet onder de geheimhoudingsplicht.
Geheimhoudingsplicht
Recent verzocht een werknemer om ontheffing van deze geheimhoudingsplicht in het kader van een ontbindingsprocedure. De rechter Amsterdam wees de vordering af. Benadrukt werd dat de geheimhoudingsplicht “essentieel” is “voor het slagen van een mediationtraject, omdat deelnemers zich vrij tegenover elkaar moeten kunnen bewegen, zonder dat zij het risico lopen dat hun uitlatingen of geschriften hen in een later stadium in een gerechtelijke procedure voor de voeten wordt geworpen.”
Alleen in het geval van een “urgente noodsituatie” kan deze kernbepaling terzijde worden geschoven. Als voorbeeld van een urgente noodsituatie noemde de rechter een situatie waarin de mediation gebruikt wordt als dekmantel voor criminele activiteiten, of als die schade zou toebrengen aan bepaalde kwetsbare personen, zoals bijvoorbeeld kindermishandeling. Baanverlies kwalificeert niet als een urgente noodsituatie, aldus de rechter.
Rechtbank Amsterdam, 23 november 2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:7251.
Vragen over mediation? Bel gerust Ariënne Inden.