Bitcoin (afgekort: ”BTC”) is de meest populaire cryptomunt van Nederland. In dat kader rijst de vraag of op bitcoin beslag kan worden gelegd, met andere woorden: kwalificeert Bitcoin als een vordering op een derde, als een (roerende) zaak of als een vermogensrecht?
Bitcoin is een gedecentraliseerde digitale munt. Gedecentraliseerd, omdat de transacties plaatsvinden tussen de gebruikers onderling, zonder tussenkomst van een centrale bank of centrale beheerder. De afzonderlijke transacties worden geverifieerd en opgeslagen in een (openbare) database, beter bekend als “blockchain”. Omdat er geen sprake is van een centrale bank of centrale beheerder, is ook geen sprake van een vordering op een derde, waardoor derdenbeslag niet mogelijk is. Bitcoin is feitelijk niets meer of anders dan een registratie in de blockchain, die een bepaalde waarde heeft. Bitcoin bestaat niet in een stoffelijke vorm, zodat ook geen beslag kan worden gelegd op een (roerende) zaak. De vraag is derhalve of bitcoin kwalificeert als een vermogensrecht.
Is bitcoin een vermogensrecht?
In het Burgerlijk Wetboek (BW) is geen definitie van vermogensrechten opgenomen, maar in artikel 3:6 BW wordt wel een (niet-uitputtende) omschrijving van het begrip vermogensrechten gegeven: “rechten die, hetzij tezamen met een ander recht, overdraagbaar zijn, of er toe strekken de rechthebbende stoffelijk voordeel te verschaffen, ofwel verkregen zijn in ruil voor verstrekt of in het vooruitzicht gesteld stoffelijk voordeel”.
Koinz Trading B.V. (ECLI:NL:RBAMS:2018:869)
Veel besproken is de recente uitspraak van de Rechtbank Amsterdam van 14 februari 2018, inzake Koinz Trading B.V. In deze faillissementsprocedure stond de vraag centraal of de vordering tot uitbetaling van bitcoin is aan te merken als een vordering die voor verificatie in aanmerking komt. De rechtbank oordeelde dat: “een bitcoin bestaat, zo begrijpt de rechtbank, uit een unieke, digitaal versleutelde reeks van cijfers en letters opgeslagen op de harde schijf van de computer van de rechthebbende. Bitcoins worden ‘geleverd’ door het verzenden van bitcoins van de ene wallet naar de andere wallet. Bitcoins zijn op zichzelf staande waarde-bestanden, die bij een betaling rechtstreeks door de betaler aan de begunstigde worden geleverd. Hieruit volgt dat een bitcoin een waarde vertegenwoordigt en overdraagbaar is. Naar het oordeel van de rechtbank vertoont het hiermee kenmerken van een vermogensrecht.”
Wij erkennen dat bitcoin een waarde vertegenwoordigt en overdraagbaar is en daarmee aldus kenmerken vertoont van een vermogensrecht. In die zin wordt niets verkeerd gezegd door de rechtbank. Wij betwijfelen echter dat hier sprake is van een “recht”, zoals bedoeld in artikel 3:6 BW. Zoals gezegd is er geen sprake van een vorderingsrecht op een derde en is bitcoin geen (roerende) zaak, waardoor er ook geen sprake kan zijn van een rechthebbende op een vorderingsrecht of een eigendomsrecht. De vordering tot uitbetaling in bitcoin, die overigens wel een vermogensrecht is, wordt veelal met bitcoin vereenzelvigd, terwijl het gaat om twee verschillende dingen: enerzijds een vorderingsrecht en anderzijds een registratie in de blockchain, die een bepaalde waarde heeft. Hoewel er naar onze mening dus sprake is van een (overdraagbare) waarde, kwalificeert een registratie in de blockchain niet als een vermogensrecht.
Gezien de aanhoudende populariteit van bitcoin in Nederland, lijkt een fundamentele aanpassing van het BW op korte termijn wenselijk (en ook noodzakelijk).
Beslag op bitcoin
Indien en voor zover beslag op bitcoin al mogelijk zou zijn, is het in ieder geval niet eenvoudig. Het versturen en ontvangen van bitcoin wordt namelijk geregeld door beveiligingssleutels: een zogenaamde “private key”, die nodig is om bitcoin te versturen, en een zogenaamde “public key”, die nodig is om bitcoin te ontvangen. De beslagene kent deze beveiligingssleutels en kan dus ook na beslaglegging een transactie uitvoeren en daarmee bitcoin aan het beslag onttrekken. Om dit te voorkomen dient bitcoin in bewaring te worden gegeven bij een gerechtelijke bewaarder, die de (beslagen) bitcoin administreert op een door hem beheerde public key. Omdat ook voor deze transactie de private key nodig is, zal ook een veroordeling van de beslagene moeten worden gevorderd, strekkende tot het verlenen van (onvoorwaardelijke) medewerking bij het beschikbaar stellen van de beveiligingssleutels, uiteraard op straffe van een dwangsom.
Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Robbert Vriezen (r.vriezen@mend.nl) of Floris Knaapen (f.knaapen@mend.nl), advocaten bij MenD.