Belangenafweging of toch niet?

Een belangenafweging is van essentieel belang bij de beoordeling van een omgevingsvergunning. Zo oordeelde ook de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) in haar recente uitspraak van 27 juli 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2154. In de deze zaak ging het over de belangenafweging bij het afwijken van een bestemmingsplan. Een eigenaar had een tijdelijke omgevingsvergunning aangevraagd bij de gemeente Gooise Meren voor gebruik van een pand als woning. Het college van de gemeente Gooise Meren wilde hiervoor geen omgevingsvergunning verlenen om af te wijken van het bestemmingsplan. De eigenaar was het er niet mee eens en vond dat het college geen rekening had gehouden met zijn belangen.

De feiten

De eigenaar van een perceel in Naarden heeft een aanvraag ingediend bij de gemeente Gooise Meren voor het gebruik van een pand als woning voor maximaal tien jaar. Op grond van het geldende bestemmingsplan geldt voor dit perceel de bestemming ‘‘bedrijfsdoeleinden’’. Voor het gebruik van het pand als woning is dus omgevingsvergunning nodig waarbij wordt afgeweken van het bestemmingsplan.

Het college van de gemeente Gooise Meren heeft echter geweigerd deze omgevingsvergunning te verlenen, omdat het gebruik van het pand als woning niet zou passen binnen een goede ruimtelijke ordening. Van belang hierbij is dat er een paardenhouderij is gevestigd op het naastgelegen perceel waarbij de afstand tot de dichtstbijzijnde stal minder dan 50 meter is. Doordat de woning straks te dicht op de stal is gelegen, is het college van mening dat er geen sprake kan zijn van een goede woon- en leefklimaat.

De eigenaar stelt anderzijds dat het college de omgevingsvergunning ten onrechte heeft geweigerd. Volgens hem wordt een goede woon- en leefklimaat ondanks de korte afstand tot de stal evengoed gewaarborgd. In dit kader verwijst de eigenaar naar het omgevingsadvies ‘‘onderzoek geurhinder veehouderijen’’ dat door een externe partij is opgesteld. Uit dit advies zou blijken dat er op het perceel van het pand sprake is van zeer goede tot goede milieukwaliteit.

Rechtbank

De rechtbank oordeelde in het voordeel van het college. De rechtbank legde aan haar oordeel ten grondslag dat het college – bij zijn beoordeling of wordt voldaan aan een goede ruimtelijke ordening – op redelijke gronden de afstandseis van 50 m heeft kunnen aanhouden.

De Afdeling

De Afdeling dacht hier echter heel anders over. De Afdeling komt namelijk tot het oordeel dat het college ten onrechte geen belangenafweging heeft verricht. Het college is namelijk gehouden om, ook als de afstand minder dan 50 m is, alsnog te beoordelen of sprake is van een goed woon- en leefklimaat en of het gebruik van het pand als woning past binnen een goede ruimtelijke ordening. Daarbij moet het college alle betrokken belangen meewegen, evenals de relevante feiten en omstandigheden. Dus ook de belangen van de paardenhouderij. Nu het college dit niet heeft gedaan en ten onrechte de afstandeis van 50 m als bepalend heeft geacht, is het hoger beroep gegrond verklaard. Daarbij heeft de Afdeling het besluit vernietigd en het college opgedragen alsnog een belangenafweging te maken.

 

Behoefte om even te sparren over dit onderwerp of ander juridische kwesties, neem vrijblijvend contact op!