Op 2 mei 2021 heeft de Rechtbank Noord-Holland een opmerkelijke uitspraak gepubliceerd (ECLI:NL:RBNHO:2021:3253) over een rentebeding in algemene voorwaarden. Door de rechtbank is beslist dat, als vaststaat dat er sprake is van een onredelijk bezwarend (rente)beding en dat beding niet mag worden toegepast, daarna ook geen aanspraak meer kan worden gemaakt op vergoeding van de wettelijke rente. De feiten van deze zaak en hoe de rechter tot deze beslissing komt, zet ik hierna uiteen.
Richtlijn oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten
De rechtbank verwijst naar Richtlijn 93/13 van de EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. De richtlijn oneerlijke bedingen is grotendeels neergelegd in (artikelen 6:230g e.v. van) het Burgerlijk Wetboek (BW). In die artikelen worden verschillende aspecten van de relatie tussen ondernemer en consument geregeld. Denk bijvoorbeeld aan informatieverplichtingen, ontbindingsrechten én onredelijk bezwarende bedingen (zwarte en grijze lijst). Een bepaling in algemene voorwaarden die volgens de wet ‘oneerlijk’ is voor de consument, kan (al dan niet gedeeltelijk) worden vernietigd. Vernietiging betekent dat die bepaling wordt geacht nooit te hebben bestaan.
De feiten van de zaak
A en B hebben een huurovereenkomst gesloten op grond waarvan A met ingang van 1 november 2018 vijf tijdelijke woonunits van B heeft gehuurd. Op deze overeenkomst heeft B haar algemene voorwaarden van toepassing verklaard. B heeft aan A facturen gestuurd met een totaalbedrag van € 11.504,68. A heeft deze facturen niet betaald. B heeft A herhaaldelijk aangemaand tot betaling van de vordering, maar zonder resultaat. A heeft uiteindelijk nog een bedrag ad € 3.426,72 betaald. De rest is onbetaald gebleven.
B vordert dat A wordt veroordeeld tot betaling van € 10.070,00 (bestaande uit hoofdsom ad € 8.077,96, rente ad € 1.213,18 en buitengerechtelijke incassokosten ad € 778,86), vermeerderd met de contractuele rente van 2,00% per maand (!) zoals in de algemene voorwaarden vermeld. Mocht dit worden afgewezen, dan vordert B vergoeding van de wettelijke rente van 2,00% per jaar.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank oordeelt dat A de hoofdsom niet heeft betwist. Dat gedeelte van de vordering wordt dus in ieder geval toegewezen.,
De rechter toetst vervolgens ambtshalve (dus zonder dat A hier een beroep op doet) of er sprake is van een oneerlijk beding. A handelt namelijk niet in de uitoefening van ‘een beroep of bedrijf’. De rechtbank beslist dát er sprake is van een oneerlijk beding, omdat:
- de overeengekomen rente aanmerkelijk hoger is dan de geldende wettelijke rente, en
- B geen omstandigheden heeft gesteld waaruit kan worden afgeleid dat het beding niet onredelijk bezwarend is.
Het rentebeding wordt dan ook vernietigd. De rechter wijst echter ook meteen het (subsidiaire) beroep op betaling van de wettelijke rente af onder verwijzing naar een eerdere Europese uitspraak (ECLI:EU:C:2021:68 Dexia Nederland B.V. tegen XXX en Z). In die uitspraak werd besloten dat na vernietiging van een oneerlijke rentebeding, géén aanspraak kan worden gemaakt op de in een bepaling van ‘aanvullend nationaal recht vastgestelde wettelijke schadevergoeding’ die zonder dat beding van toepassing zou zijn geweest. Het vernietigde, ‘niet meer bestaande’ beding in de algemene voorwaarden, wordt dus niet aangevuld met een beding zoals in de wet opgenomen.
Kortom: oneerlijke rente = geen wettelijke rente
Gezien deze uitspraak van de rechtbank Noord-Holland is het raadzaam na te gaan of in de, door u jegens consumenten gehanteerde, algemene voorwaarden bedingen zijn opgenomen die als ‘oneerlijk’ aangemerkt kunnen worden. Dit geldt niet alleen voor eventuele rentebedingen: ook andere bedingen die als ‘oneerlijk’ kunnen worden aangemerkt en daardoor vernietigd worden (zoals opzeggings- of herroepings)bedingen), zullen tijdens een procedure niet meer gecorrigeerd of aangevuld kunnen worden met een beroep op algemene wettelijke bepalingen.
Natuurlijk staan de advocaten van Marree + Dijxhoorn advocaten voor u klaar om mee te denken en u te adviseren over bedingen in algemene voorwaarden. Neem contact op met onze praktijkgroep Ondernemingsrecht. Latife Tuncer vertelt u er graag meer over