Het Burgerlijk Wetboek spreekt onder meer in art. 5:124 lid 1 BW over de ‘Vereniging van Eigenaars’ (VvE) en niet over Eigenaren, wat normaal gesproken het meervoud is van eigenaar. Een VvE ontstaat van rechtswege bij de splitsing van een perceel in appartementsrechten. Bekendste voorbeelden waarbij een VvE moet worden opgericht is het appartementencomplex, een souterrain met bovenwoning of het beheer over een mandelig terrein zoals een gemeenschappelijke parkeergarage. 

Appartementencomplex

Uzelf koopt dan weliswaar een appartementsrecht, waarvan u het exclusieve gebruiksrecht hebt, maar de gemeenschappelijke delen, de buitengevels en bijvoorbeeld de liften en het buitenterrein, daarvan bent u mede-eigenaar, samen met alle andere eigenaars, ieder voor een vooraf bepaald percentage. Grote complexen omvatten vaak tientallen of honderden appartementen met in de plint (de begane grond) bedrijfsruimte of winkels.

Beneden- en bovenwoning

Het kan ook kleinschaliger met bijvoorbeeld een benedenwoning en daarboven 1 of meer andere appartementen. In Utrecht zie je vaak dat de benedenwoning alleen een nummer heeft (bv 3), de woning op de eerste verdieping 3 bis en de woning op de tweede verdieping 3 bis a.

Mandelig terrein

Mandelig betekent gemeenschappelijk en bij nieuwbouwprojecten omvat het hele project vaak ook een gemeenschappelijk binnenterrein met parkeerplaatsen. Van dat binnenterrein zijn alle bewoners dan mede-eigenaar.

Bij een VvE zijn er legio voorbeelden denkbaar die tot irritatie en (juridische) problemen leiden.

In mijn komende blogs zal ik enkele praktijkvoorbeelden bespreken, want ook al is er veel voor de VvE geregeld in de wet, het door de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie vastgestelde  Modelreglement bij splitsing in appartementsrechten en de door de VvE na de oprichting van de VvE zelf opgestelde huisreglementen, er is altijd voer voor discussie en er wordt veel geprocedeerd over besluiten van de VvE.

Vragen over Vereniging van Eigenaars? Bel of mail gerust, wij denken graag met u mee!