Vandaag heeft het Centraal Planbureau (CPB) in vier scenario’s de economische impact geschetst van het coronavirus in 2020 en 2021. Alle scenario’s resulteren in een recessie! In het lichtste scenario veert de economie al in het derde kwartaal van 2020 weer op, in het zwaarste scenario ontstaan er ook problemen in de financiële sector. In drie van de vier scenario’s is de neergang dieper dan in de crisis van 2008 / 2009.
Veel bedrijven zullen dus serieuze continuïteitsproblemen gaan ondervinden. Waar moet u op letten als bestuurder van een financieel noodlijdende onderneming?
Hieronder een vijftal tips:
- zorg ervoor dat u uw administratie up-to-date is, maak een gedetailleerde liquiditeitsprognose en stel een onderbouwd reddingsplan opDe liquiditeitsprognose en het reddingsplan dienen uiteraard gebaseerd te zijn op juiste en actuele gegevens uit de administratie. Onderzoek welke mogelijkheden er nog zijn om het tij te keren. Denk daarbij ook aan de economische maatregelen die de overheid recentelijk heeft afgekondigd om de liquiditeitspositie van bedrijven te verbeteren. Stel tenslotte vast wanneer het moment van feitelijke insolventie intreedt, dat wil zeggen het moment waarop de liquiditeit onvoldoende is om aan de lopende verplichtingen te kunnen voldoen.
Let op: vanaf het moment van feitelijke insolventie dient de bestuurder niet langer het belang van de onderneming voorop te stellen, maar dat van de gezamenlijke schuldeisers!
- zorg ervoor dat u uw bestuursbesluiten en -overwegingen goed onderbouwd en goed gedocumenteerd zijnU beperkt uw risico op bestuurdersaansprakelijkheid door ervoor te zorgen dat uw bestuursbesluiten en -overwegingen goed onderbouwd en goed gedocumenteerd zijn, zodat op ieder gewenst moment kan worden gereconstrueerd op basis van welke feiten en omstandigheden u tot een bepaalde beslissing bent gekomen.
- wees terughoudend bij het aangaan van nieuwe verplichtingenIn tijden van crisis is het raadzaam om terughoudendheid te betrachten bij het aangaan van nieuwe verplichten. Indien wordt vastgesteld dat een bestuurder bij het aangaan van een overeenkomst wist (of redelijkerwijs behoorde te begrijpen) dat de door hem vertegenwoordigde vennootschap de uit die overeenkomst voortvloeiende verplichtingen niet zal kunnen nakomen – en bovendien geen verhaal zal bieden voor de ten gevolge van die wanprestatie door de schuldeiser te lijden schade, dan kan de bestuurder door die schuldeiser persoonlijk aansprakelijk worden gesteld.
- verricht na het moment van feitelijke insolventie geen ‘selectieve betalingen’ meer, tenzij deze onderdeel uitmaken van het reddingsplanVanaf het moment van feitelijke insolventie dient een bestuurder zich in principe te onthouden van selectieve betalingen. Onder omstandigheden kan een selectieve betaling nog wel geoorloofd zijn, bijvoorbeeld wanneer de selectieve betaling onderdeel uitmaakt van het reddingsplan. Als het dan toch fout gaat, dan zal door een curator worden beoordeeld of de bestuurder ten tijde van zijn handelen redelijkerwijs nog had kunnen beslissen om de selectieve betaling te verrichten of dat hij de onderneming had moeten staken.
U zult er in deze gevallen veel profijt van hebben, indien uw bestuursbesluiten en -overwegingen goed onderbouwd en goed gedocumenteerd zijn.
- bestaat er redelijkerwijs geen mogelijkheid meer om de onderneming in enigerlei vorm voort te zetten, dan dient faillissement te worden aangevraagdIndien er redelijkerwijs geen mogelijkheid meer bestaat om de onderneming in enigerlei vorm voort te zetten, is de bestuurder gehouden de onderneming uit eigen beweging te staken – en dus het eigen faillissement aan te vragen. In een situatie waarin de continuïteit van de onderneming onzeker is, is de bestuurder nog niet verplicht om de onderneming te staken. Zelfs als de kans op het voortbestaan daarvan klein is, handelt de bestuurder in beginsel niet onrechtmatig als geprobeerd wordt de onderneming (al dan niet in gewijzigde vorm) voort te zetten.