Opzegging van ‘Onbenoemde Duurovereenkomsten’

U heeft vast wel eens van de term ‘duurovereenkomst’ gehoord. Onder duurovereenkomst wordt vanuit juridische optiek verstaan een overeenkomst, tussen twee of meer partijen, die een duurkarakter heeft. Dat wil zeggen: de overeenkomst is erop gericht en heeft ten doel om voor een langere periode tussen partijen te gelden. In een recente conclusie voor de Hoge Raad omschrijft Advocaat-Generaal Van Peursem (daarbij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden citerend) dat van een duurovereenkomst sprake is als er ‘een verplichting wordt afgesproken tot opeenvolgende of voortdurende prestaties’. In de juridische literatuur wordt daar wel aan toegevoegd dat kenmerkend voor duurovereenkomst is dat partijen zich niet kunnen bevrijden van hun gebondenheid aan de overeenkomst door het enkele nakomen van hun verplichtingen, aangezien er steeds nieuwe verbintenissen ontstaan. Of daadwerkelijk een duurovereenkomst is overeengekomen is afhankelijk van wat partijen over en weer hebben verklaard en wat zij uit die verklaringen over en weer hebben afgeleid en daaruit redelijkerwijs mochten afleiden.

In de Nederlandse wet zijn geen bepalingen opgenomen over duurovereenkomsten als zodanig. Voor sommige gewone of duurovereenkomsten zijn wel specifieke regels in de wet opgenomen, zoals voor koop- en ruilovereenkomsten (geen duurovereenkomsten), arbeidsovereenkomsten en huurovereenkomsten (wel duurovereenkomsten) en overeenkomsten met betrekking tot agentuur en franchise (duurovereenkomsten) en vervoersovereenkomsten (soms duurovereenkomsten). In de wet omschreven overeenkomsten worden ‘benoemde overeenkomsten’ genoemd. Overeenkomsten die niet in de wet zijn omschreven noemt men ‘onbenoemde overeenkomsten’. Een voorbeeld van een onbenoemde duurovereenkomst is de distributieovereenkomst.

Als het gaat om de vraag of duurovereenkomsten kunnen worden opgezegd is van belang of de overeenkomst is aangegaan voor bepaalde of voor onbepaalde tijd. Een duurovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege (dat betekent ‘automatisch’) door het verstrijken van de overeengekomen duur, als uitgangspunt zonder dat opzegging nodig is (tenzij anders overeengekomen). Duurovereenkomsten voor onbepaalde tijd eindigen niet door verloop van de duur. Als uitgangspunt is daarvoor opzegging vereist.

De wet geeft over het algemeen regels voor de opzegging van benoemde (duur)overeenkomsten. Voor onbenoemde (duur)overeenkomst is dat anders. De regels voor opzegging van onbenoemde duurovereenkomsten zijn in de rechtspraak bepaald. Hieronder volgt een samenvatting van de betreffende regels.

De Hoge Raad heeft bepaald dat, indien de wet en de overeenkomst niet voorzien in een regeling van opzegging van een duurovereenkomst voor onbepaalde tijd, die overeenkomst in beginsel opzegbaar is. Hieruit volgt dat het zo kan zijn dat een duurovereenkomst voor onbepaalde tijd niet (dat wil zeggen: nooit) opzegbaar is, maar dat moet dan wel daadwerkelijke de bedoeling van de partijen bij de betreffende overeenkomst zijn. Door de Hoge Raad is aan voornoemde hoofdregel toegevoegd dat de eisen van redelijkheid en billijkheid in verband met de aard en inhoud van de betreffende overeenkomst en de omstandigheden van het specifieke geval kunnen meebrengen dat opzegging enkel mogelijk is (a) indien een voldoende zwaarwegende grond voor de opzegging bestaat, (b) wanneer een bepaalde opzegtermijn in acht wordt genomen of (c) als de opzegging gepaard gaat met een aanbod tot betaling van een (schade)vergoeding.

Onbenoemde duurovereenkomsten die zijn aangegaan voor bepaalde tijd of voor het bereiken van een bepaald resultaat zijn in beginsel niet voor (tussentijdse) opzegging vatbaar, tenzij anders is overeengekomen (of de wet anders bepaalt).

Wanneer een duurovereenkomst (of de wet) wel voorziet in een regeling voor opzegging, kan het leerstuk van redelijkheid en billijkheid aanleiding geven om aan een tussentijdse opzegging nadere eisen te stellen (zoals inachtneming van een andere dan overeengekomen opzegtermijn). Uit de redelijkheid en billijkheid kan ook volgen dat een beroep op bevoegdheid tot opzegging van de duurovereenkomst alsnog niet aanvaardbaar is (en derhalve geen werking heeft).

Het bovenstaande onderstreept het belang van een uitgewerkte en voldoende duidelijke opzegregeling in uw duurovereenkomsten. Bij gebreke van een opzeggingsregeling is de kans groot dat opzegging tot discussie zal leiden en uiteindelijk aan de rechter voorgelegd moet worden, in welk geval de uitkomst niet altijd goed te voorspellen is. Een heldere en uitgewerkte opzeggingsregeling kan dat voorkomen. Dat geldt vooral bij duurovereenkomsten voor onbepaalde tijd, maar ook bij overeenkomsten voor bepaalde tijd zijn situaties denkbaar dat toch sprake zou moeten zijn van tussentijdse opzegging. Het verdient aanbeveling om over opzegging al na te denken en afspraken te maken bij het aangaan van de betreffende duurovereenkomst: ‘denk bij het aangaan van het huwelijk na over een eventuele scheiding’. Als reeds een verschil van mening bestaat over opzegging (of andere afspraken of verplichtingen), dan is het maken van afspraken daarover niet meer goed mogelijk. Bepaal dus bij het aangaan van uw duurovereenkomst of het wenselijk dat de overeenkomst opzegbaar is of misschien juist niet (of enkel in bepaalde gevallen). In geval van opzegbaarheid kan worden gewerkt met één standaard opzegtermijn voor beide partijen, maar het is ook mogelijk om voor iedere partij andere opzegtermijnen te hanteren. Het kan ook wenselijk zijn om de overeenkomst in bepaalde situaties met onmiddellijke ingang te kunnen opzeggen. Het verdient daarbij in ieder geval aanbeveling om helder te omschrijven vanaf welk moment het opzeggingsrecht precies ontstaat en kan worden uitgeoefend. Tot slot kan in bepaalde situaties belangrijk zijn om afspraken te maken over vergoedingen die bij tussentijdse opzegging betaalbaar worden, bijvoorbeeld als een opzegging het doen van investeringen vereist en opzegging zou kunnen plaatsvinden voordat bijvoorbeeld de investeringen zijn afgeschreven of terugverdiend. Ook na opzegging bent u er vaak niet: ook voor de periode die volgt na opzegging zijn heldere spelregels van belang, zeker aangezien de belangen van partijen dan over het algemeen anders zijn.

Kortom: ons advies is om bij het aangaan van uw duurovereenkomsten voldoende aandacht te besteden aan het uitwerken van de regeling van opzegging!

Vragen over duurovereenkomsten of andere kwesties op het gebied van ondernemingsrecht? Bel of mail gerust, wij denken graag met u mee!

Lees ook mijn voorgaande blogs, waaronder;

Distributie en Agentuur – verschillende ‘rechtsfiguren’

Garanties en vrijwaringen bij kooptransacties

Onderhandelen over ESG-doelstellingen, kan dat?

 

 

Dirk Engelen

Partner | Advocaat | Team Ondernemingen


T +31 (0)6 45 80 18 95 d.engelen@mend.nl