De WHOA – Wat is dat nou?
Mogelijk heeft u wel eens het verzoek gehad van een partij waar u mee samenwerkt, zoals een leverancier, afnemer of opdrachtgever, om een vordering die u op dat bedrijf heeft (gedeeltelijk) kwijt te schelden. Mogelijk bent u zelfs wel eens gedwongen om een vordering kwijt te schelden. Waarschijnlijk was uw eerste reactie op dat moment, wat is dat nou? Daarom wil ik u in deze blog uitleggen waarom dit kan en waarom dit in uw belang kan zijn.
Wat is de WHOA?
De WHOA (wet homologatie onderhands akkoord) is een wet die bedoeld is voor bedrijven in financiële nood. Sinds 1 januari 2021 kunnen bedrijven gebruik maken van deze wet. Met deze wet wordt geprobeerd om bedrijven die in de basis levensvatbaar zijn, maar kampen met een te grote schuldenlast te herstructureren zodat ze niet failliet gaan. Het doel is om bedrijven die in de kern ‘bestaansrecht’ hebben weer gezond te maken. Het idee achter deze wet is dat het voor de maatschappij en de economie nuttig is dat deze bedrijven niet failliet gaan. Bij een faillissement gaat namelijk veel waarde verloren en daarnaast zullen er vaak veel ontslagen vallen. Als een bedrijf in de kern levensvatbaar is, is dat natuurlijk zonde.
De wet is dus in de basis gericht op bedrijven die levensvatbaar zijn, maar het is ook mogelijk om bedrijven die niet meer levensvatbaar zijn gecontroleerd en buiten faillissement af te wikkelen. Ook hier is de gedachte dat met de gecontroleerde afwikkeling buiten faillissement waarde behouden blijft, die ten goede komt aan de schuldeisers. Gemiddeld krijgt een normale handelscrediteur zonder bijzondere rechten (denk aan een pandrecht, eigendomsvoorbehoud of retentierecht), in een faillissement een uitkering op zijn vordering van gemiddeld 5%. Maar veel vaker komt het voor dat normale schuldeisers niets krijgen. Daarmee is de WHOA dus ook in het belang van de schuldeisers.
Om dit doel te behalen geeft de wet een bedrijf de mogelijkheid om een akkoord aan te bieden aan haar schuldeisers. Als een deel van de schuldeisers instemt met dit akkoord en aan bepaalde voorwaarden is voldaan, dan kan een rechter dit akkoord goedkeuren en zelfs opleggen aan schuldeisers die tegen het akkoord hebben gestemd.
Waarborgen en mogelijkheden
De voorwaarden om een akkoord met dwang op te leggen aan tegenstemmende schuldeisers, bevatten een aantal waarborgen. Als uitgangspunt geldt dat het akkoord eerlijk en redelijk moet zijn. In de kern komt dit erop neer dat het akkoord tot een hogere opbrengst moet leiden voor de schuldeisers, dan in een faillissement. De WHOA geeft daarom een aantal regels die ervoor moeten zorgen dat dit resultaat wordt bereikt en die waarborgen dat de schuldeisers eerlijk worden behandeld en niet alleen meer krijgen dan in faillissement, maar dat zij een zo hoog mogelijke uitbetaling op hun vordering krijgen.
De waarborgen zijn de volgende:
- Een akkoord moet nodig zijn: een bedrijf moet voorzien dat in de toekomst de opeisbare schulden niet voldaan kunnen worden;
- De opbrengst van een akkoord moet hoger zijn dan in faillissement;
- De wettelijke rangorde moet in acht genomen worden, daardoor moeten de schuldeisers verdeeld worden in verschillende groepen waarbinnen de schuldeisers dezelfde rechten hebben;
- MKB-schuldeisers moeten tenminste 20% van hun vordering betaald krijgen, tenzij er een zwaarwegende grond is waarom dit niet wordt aangeboden;
- Tijdens de voorbereiding van het akkoord moeten de lopende verplichtingen voldaan kunnen worden (hierbij kan gedacht worden aan de huur);
- Er moet voldoende informatie aan de schuldeisers gegeven worden om noodzaak voor en de redelijkheid van het akkoord te kunnen beoordelen;
- Er moet voldoende tijd gegeven worden om de informatie te kunnen beoordelen; en
- Er kan verzocht worden om een onafhankelijke derde te benoemen, dit kan een observator of een herstructureringsdeskundige zijn.
De WHOA geeft ook aan rechten aan het bedrijf dat een akkoord wil aanbieden. Die rechten zijn erop gericht om het akkoord voor te bereiden en te kunnen uitvoeren. De rechten voor de schuldenaar zijn de volgende:
- Verzoek om een afkoelingsperiode;
- Voorstel tot het wijzigen, kwijtschelden of omzetten van schulden;
- Goedkeuring vragen van een rechter voor bepaalde rechtshandelingen;
- Verzoek om overeenkomsten eenzijdig te wijzigen of te beëindigen; en
- Verzoek om een onafhankelijke derde te laten benoemen (deze mogelijkheid hebben zowel het bedrijf als de schuldeisers).
Kortom
De WHOA is bedoeld om te voorkomen dat bedrijven onnodig failliet gaan. Dat is ook in het belang van de schuldeisers. Zo blijft immers waarde behouden voor de economie, waaronder de mogelijk om toekomstige winst te behalen met behulp van dat bedrijf. Het behoudt van waarde blijkt ook uit de eis dat met een akkoord een hogere opbrengst gerealiseerd moet worden dan in een faillissement te verwachten is. Ook dat is juist voor schuldeisers relevant, zeker voor concurrente schuldeisers, die in de meeste faillissementen (bijna) niets krijgen.
De wet geeft daarnaast allerlei waarborgen om te controleren of dit doel ook daadwerkelijk wordt behaald. Wordt niet voldaan aan de vereisten, dan kan een rechter het akkoord afkeuren. Een faillissement is zal dan het te verwachten gevolg. Weet een bedrijf het toch nog enige tijd te redden, dan mag het bedrijf de komende drie jaar geen nieuw akkoord aanbieden. Het is voor het bedrijf dat het akkoord aan wil bieden dus ook belangrijk om de regels op een juiste manier na te leven.
In de komende blogs zal ik de waarborgen en de mogelijkheden van de WHOA verder uitwerken, dus stay tuned.
Komt u in de tussentijd in aanraking met een WHOA of wilt u gebruik maken van de WHOA? Bel of mail gerust. Wij denken graag met u mee!