Als ondernemer sluit u waarschijnlijk veel verschillende overeenkomsten. Deze overeenkomsten hebben doorgaans ook een financiële component. U zult ofwel de partij zijn die moet betalen of u bent degene die de betaling ontvangt. In de meeste gevallen zullen beide partijen keurig aan hun verplichtingen voldoen. Helaas komt het ook regelmatig voor dat een van de partijen de verplichtingen niet nakomt. Dat kan verschillende redenen hebben. De meest voorkomende reden is ontevredenheid over de geleverde prestatie van de ander. Dit levert vaak discussies op en mondt soms uit in een procedure. Als wordt vastgesteld dat een partij zijn betalingsverplichtingen ten onrechte niet nakomt, zal die partij veroordeeld worden om alsnog te betalen.
Het te laat nakomen van de betalingsverplichting heeft echter extra financiële gevolgen. Als de betalingsverplichting niet tijdig wordt voldaan, wordt namelijk ook de wettelijke rente – of voor handelsovereenkomsten – de wettelijke handelsrente verschuldigd. Een overeenkomst die wordt gesloten in het belang van een onderneming, zal in de regel een handelsovereenkomst zijn. Tussen de ‘gewone’ wettelijke rente en de wettelijke handelsrente bestaan enkele verschillen. In deze blog behandel ik enkel de wettelijke handelsrente en laat ik de gewone wettelijke rente buiten beschouwing.
De wettelijke handelsrente is fors. Momenteel bedraagt deze 12,25% (september 2024). Het is dus verstandig om te realiseren dat het niet nakomen van een betaalverplichting een financieel risico met zich brengt, waardoor de betaalverplichting fors kan oplopen.
De wettelijke handelsrente wordt verschuldigd vanwege de vertraging in de nakoming van de betalingsverplichting en heeft het karakter van een boete. De wettelijke handelsrente wordt automatisch verschuldigd, zonder dat daarvoor een ingebrekestelling nodig is. Dit betekent dat de schuldenaar niet op de hoogte gesteld hoeft te worden van het verschuldigd worden van de wettelijke handelsrente. Dit is anders voor gewone wettelijke rente, maar dat blijft in deze blog zoals gezegd buiten beschouwing. Een betaling is vertraagd wanneer deze niet is betaald op de uiterste dag van de betaling. Vanaf de dag daarna wordt de wettelijke handelsrente verschuldigd.
Het komt geregeld voor dat partijen geen uiterste dag van betaling afspreken. Een betaaltermijn op een factuur wordt meestal namelijk niet beschouwd als een ‘overeengekomen’ uiterste betaaldatum. Dit komt omdat een betaaltermijn op een factuur vaak eenzijdig is opgelegd. Als geen betaaldatum is overeengekomen geldt als uitgangspunt dat de wettelijke handelsrente verschuldigd wordt 30 dagen na ontvangst van de factuur, of als een factuur ontbreekt of geen duidelijke datum heeft, vanaf 30 dagen na ontvangst van de prestatie.
Daarnaast wordt de wettelijke handelsrente verschuldigd in aanvulling op een eventuele contractuele rente (als die is afgesproken). De wettelijke handelsrente vervangt de normale contractuele rente in beginsel dus niet.
In enkele gevallen wordt de wettelijke handelsrente niet verschuldigd. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als in de overeenkomst een andere boeterente is opgenomen. Soms vervangt die boeterente dan de wettelijke handelsrente. De wettelijke handelsrente kan ook niet verschuldigd zijn doordat de vertraging in de betaling niet te wijten is aan de schuldenaar. Deze uitzonderingen komen echter niet vaak voor.
Kortom, het is verstandig om te realiseren dat het niet-nakomen van een betalingsverplichting een extra aanzienlijk financieel gevolg kan hebben. Zeker gezien de hoogte van de rente en het feit dat deze automatisch verschuldigd wordt. Het is daarom verstandig om vooraf afspraken te maken over de uiterste betaaldatum en over de gevolgen als die datum niet gehaald wordt. Zo kunnen de financiële risico’s bij niet-nakoming van een betalingsverplichting worden beperkt.
Vragen over de wettelijke handelsrente of andere kwesties op het gebied van ondernemingsrecht? Bel of mail gerust, wij denken graag met u mee!
Lees ook mijn voorgaande blogs, waaronder;